PROGRAMMA
Volgende onderwerpen komen aan bod:
- Telefoontaal.
- Cijfers.
- Tijd.
- Planning.
- Agenda.
- Kantoorwoordenschat.
Er worden ook grammaticale thema's aangepakt, maar enkel in functie van de communicatie. De inhoud is dus sterk afhankelijk van de noden en behoeften van de cursisten. De volgende thema's kunnen bijvoorbeeld aan bod komen:
- Verschillen tussen would/could/should/have to.
- De tegenwoordige en verleden tijden van de werkwoorden.
- Het gebruik van hoeveelheidswoorden.
- Verschil tussen use/used to.
- Etc ...
Aangezien we vetrekken van niveau “valse beginner” betekent dit dat een aantal lexicale en grammaticale items niet behandeld worden, zoals:
- de bepaalde en onbepaalde lidwoorden;
- aanwijzende voornaamwoorden (this, that);
- de persoonlijke voornaamwoorden;
- basiswoordenschat van de meest algemene aard (friend, to look, dog, ...)
Ben ik een valse beginner ?
"Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken."
"Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi."
"Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven."
"Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen."
"Ik kan een korte, eenvoudige postkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotel- inschrijvingsformulier."