Werken aan of in de omgeving van elektrische installaties houdt ernstige gevaren in. Daarom mogen enkel 'vakbekwamen' bepaalde werkzaamheden uitvoeren aan elektrische installaties. Dit zijn personen die de nodige opleiding genoten hebben i.v.m. de gevaren die verbonden zijn aan de uit te voeren werkzaamheden.
DOELGROEP
De cursus richt zich tot elektriciens die rechtstreeks in aanraking komen met elektrische installaties.
Vakbekwaamheid en bevoegdheid om aan elektrische installaties te werken en te superviseren.
Getuigschrift
Na deze opleiding is uw deelnemer gewaarschuwd voor de gevaren van elektriciteit. We sluiten de opleiding af met een kleine test waarna uw deelnemer een aanwezigheidsattest krijgt, een attest dat opgenomen moet worden in de inzetbaarheidsmatrix van uw organisatie.
PROGRAMMA
- Begrippen, wetgeving, gevaren, ....
- Beperkte bespreking van de elektrische netstructuren TT, TN-C, TN-S,
- TN-C-S: distributiecabine en transformatoren, kortsluitingen op 3-fasig net, kortsluitvermogen, voorbeelden foutlussen, aardverbinding, aardwachter
- Overstroombeveiliging
- Smeltveiligheden, automatische schakelaars, differentieelschakelaars, selectiviteit
- Aansluiten condensatoren cos fi
- Persoonlijke beschermingsmiddelen en signalisatie
- Gebruik van draagbare gereedschappen en meettoestellen
- Werkzaamheden aan elektrische installaties voor personen met het bevoegdheidsniveau BA5 (wijzigingen in het AREI (art. 266): definities en toepassingsgebied
- Algemene voorschriften
- Exploitatiewerkzaamheden: algemene regels, bevoegdheden en toekennen ervan, organisatie van de werken, werkplaats, meten van elektriciteit LS & HS
- Werkprocedures: spanningsloos werken en onder spanning werken, onderhoud van elektrische installaties, procedure vitale 5
- Onderhoudswerkzaamheden
- Van de vitale 5 naar de vitale 8