PROGRAMMA
Volgende onderwerpen komen aan bod:
- Introductieformules en zich voorstellen.
- De vraag en de ontkenning.
- Het substantief - het geslacht van de woorden.
- Het uur - de dagen van de week - de maanden van het jaar.
- Het presens: regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
- Kantoorwoordenschat.
- Op restaurant.
- De getallen.
- Verbuiging van het adjectief.
- Een persoon / plaats beschrijven.
- Een voorkeur uitdrukken.
- De vergelijking.
- In de winkel.
- De voornaamwoorden.
- Een voorstel doen.
- Verrassing, twijfel en vreugde leren uitdrukken.
- De toekomstige tijd.
- Aan de telefoon.
- Op reis.
- De verschillende verleden tijden.
- De voorwaardelijke wijze.
- Commerciële briefwisseling.
De inhoud van de opleiding zal aangepast worden aan de behoefte van de deelnemers. Het lezen van teksten, persartikels zijn voorzien in het programma.
Ben ik een valse beginner ?
"Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken."
"Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi."
"Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven."
"Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen."
"Ik kan een korte, eenvoudige postkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotel- inschrijvingsformulier."