LIMTEC-opleiding "op maat"
Technicus industriële installaties
 
 
Doelgroep

De opleiding Technicus industriële installaties richt zich specifiek naar werkzoekenden werklozen en inactieven met interesse voor een uitbouw van hun professionele loopbaan als technicus industriële installaties

De opleiding beantwoordt aan een concrete vraag die niet alleen leeft binnen de bedrijven van de Limburgse metaalsector, maar ook in alle andere industriële sectoren

Inhoud van de functie

De onderhoudstechnicus onderhoudt en herstelt volgens bedrijfsspecifieke richtlijnen machines zodat deze op een betrouwbare, veilige en comfortabele manier gebruikt en in dienst kunnen gehouden worden.

De technicus industriële installaties onderzoekt de oorzaak van technische problemen, voert herstellingen uit om de installatie zo snel mogelijk (her)op te starten, houdt het machinepark in optimale technische staat en zorgt voor een goede afstelling van de installaties op een veilige en milieubewuste manier. Hij maakt een verslag van belangrijke onderhoudswerkzaamheden.

Binnen het kader van zijn taak in het bedrijf zal hij zich op de hoogte stellen van de technische en veiligheidsaspecten om deze taak naar behoren en op een veilige manier te kunnen uitvoeren.

Voor de uitvoering van zijn onderhoudswerkzaamheden kan de onderhoudstechnicus beschikken over een werkblad of checklist van zaken die hij systematisch moet controleren. Dit controleren houdt in dat hij kan controleren of de betrokken machine op een ‘normale’ manier werkt. Het onderhoud omvat ook een systematisch nazicht van de veiligheidsinrichting en van de onderdelen in de installatie.

Hij zal, indien nodig, onderdelen van de machine bijregelen of bijstellen om pannes te voorkomen. Een ander aspect van de taakinhoud betreft de interventie bij storingen. De onderhoudstechnicus informeert zich in het bedrijf wat de storing is en hoe deze is ontstaan. Met deze informatie spoort hij de storing op. Hij maakt een analytische diagnose (eliminatieproces) van de toestand van de machine om de oorzaak van de storing te vinden. Hij kan het probleem ook opsporen op basis van informatie die de machine zelf weergeeft (geregistreerde foutencodes) of door controle van de onderdelen. Kleine ingrepen zoals het bijregelen of bijstellen van onderdelen, het vervangen van kleine onderdelen worden door de onderhoudstechnicus uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen in het onderhoudscontract. Bij al deze activiteiten is het van zeer groot belang dat de onderhoudstechnicus de veiligheid waarborgt. Zowel voor zichzelf, zodat hij zijn werk op een veilige manier kan uitvoeren, als voor de veiligheid van het productiepersoneel, zodat zij nooit nietsvermoedend in een machine in dienst zouden nemen die in onderhoud is.

In het geval van partnerfirma’s is de onderhoudstechnicus de vertegenwoordiger van de firma bij de klant. Hij moet erop letten dat hij een goede, professionele indruk maakt. Het is dus van belang dat hij voldoende communicatief vaardig is om met de klant informatie uit te wisselen over de werking en het onderhoud van de installatie.

Tot slot dient een onderhoudstechnicus te noteren wanneer welk onderhoud werd verricht en een kort technische verslag op te stellen over het waarom en hoe hij tewerk ging. Hij moet erop toezien dat alle vereiste documenten aanwezig zijn. Op die manier hebben collega’s er een zicht op wat wel en niet onderworpen is geweest aan onderhoud, of bepaalde storingen regelmatig optreden en wat gedaan werd om deze te verhelpen.

Om de functie te kunnen uitoefenen dient de medewerker over onderstaande competenties te beschikken.

Tijdens de opleiding worden de basiscompetenties bijgebracht, na de opleiding dient de deelnemer de nodige bedrijfservaring te verwerven op de werkvloer.

De medewerker kan zijn werk plannen en organiseren, hij kan:

· op een correcte wijze voorgeschreven onderhoudsschema’s volgen.

· de werkopdrachten interpreteren.

· op aangeven van een werkvoorbereider onderhouds- en herstellingsopdrachten ontvangen.

· in functie van de opdracht het correcte gereedschap selecteren.

De medewerker beschikt over kennis van elektriciteit, hij kan:

· elektrische grootheden omschrijven.

· een universeel meettoestel gebruiken.

· basiswetmatigheden van magnetisme omschrijven.

· basiswetmatigheden van gelijkstroom omschrijven.

· basiswetmatigheden van wisselstroom omschrijven.

· basiswetmatigheden van driefasespanning omschrijven.

· elektrische schema’s lezen en interpreteren

· een contactorschakeling opbouwen

· de werking van een contactorschakeling toelichten

· hij kiest de correcte beveiligingen voor een elektrische installatie

De medewerker beschikt over een basiskennis van sensoren, hij kan:
· soorten sensoren en hun eigenschappen omschrijven.
· het toepassingsgebied van sensoren omschrijven.
· sensoren vervangen.
· defecten aan sensoren vaststellen.

De medewerker beschikt over een basiskennis van wisselstroommotoren, hij kan:
· de bouw van AC-motoren omschrijven.
· snelheidsregelingen gebruiken.
· AC-motoren toepassen.
· remsystemen bij AC-motoren toepassen.
· storingen aan AC-motoren oplossen.
· snelheidsregelingen van AC-motoren parametreren.

De medewerker beschikt over een basiskennis van PLC, hij kan:
· de opbouw en de werking van een PLC omschrijven.
· principes van databussystemen omschrijven.
· de basisfuncties van een PLC programmeren.
· geheugen- en tijdsfuncties van een PLC instellen.

De medewerker spoort storingen op, hij kan:
· aan het deel van de productie-eenheid dat hem is toegewezen technische storingen of problemen opsporen.
· visueel en auditief een controle op de juiste energievoorzieningen en omgevingsfactoren nodig voor een correcte werking van de installatie uitvoeren.
· ter controle van de installaties dagrapporten nalezen.

· metingen op elektrische componenten uitvoeren en interpreteren

· de weergegeven foutcodes op de displays van de machines interpreteren.

· een diagnose stellen.

· elektropneumatische en -hydraulische schema’s in functie van de opdracht toepassen.

· bij onderhouds- en herstelprocedures en bij vervangonderdelen technische informatie hanteren.

· basisprincipes van mechanische overbrengingen omschrijven.

· basisprincipes van machineonderdelen omschrijven.

· elektrische meettoestellen hanteren.

· soorten regelaars herkennen.

· basisprincipes van hydraulische componenten omschrijven.

· basisprincipes van pneumatische componenten omschrijven.

· maten en/of afwijkingen, toleranties aan apparatuur opmeten.

· de opgenomen meetwaarden i.f.v. de werking van de installatie interpreteren.

De medewerker herstelt defecten en verricht onderhoud aan een installatie, hij kan:

· bij complexe werkzaamheden een specialist assisteren bij het vervangen of herstellen van installaties.

· voor het vrijgeven van een installatie op basis van de herstelling het eigen werk controleren.

· montage- en demontagetechnieken toepassen.

· de installatie opstart klaar maken.

· basistechnieken van smering toepassen.

· herstellingen aan elektrische componenten

· preventief, predictief, adaptief en herstellende onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.

· op eenvoudige meet- en regeltechnische kringen herstellingen uitvoeren.

· de kabelnummering interpreteren.

· industriële schakelaars en wandcontactdozen vervangen.

· motoren en machines met een beperkt vermogen plaatsen en aansluiten.

· signaliserings- en bedieningsapparatuur plaatsen en aansluiten.

· meet- en regelapparatuur vervangen.

· nood- en beveiligingsapparatuur vervangen.

· elektropneumatische componenten vervangen.

De medewerker houdt zijn werkadministratie bij, overlegt en communiceert, hij kan:

· een technisch verslag van de uitgevoerde werkzaamheden opstellen.

· de uitgevoerde werkzaamheden mondeling rapporteren.

· aan een teamvergadering participeren.

· functioneel taalgebruik hanteren.

De medewerker kan veilig werken, hij kan:
· melden of de installatie voor het uitvoeren van de herstelling dient stilgelegd te worden.
· veiligheidsprocedures toepassen.
· risico’s inschatten.
· veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen.
· PBM’s en CBM’s toepassen.
· basisprincipes van EHBO toepassen.

De medewerker beschikt over basiskennis van lassen, hij kan
· plaatmateriaal onderhands verbinden.
· de lasapparatuur volgens de instructies instellen.
· de lasbaarheid beheersen.
· krimpverschijnselen en restspanningen inschatten.
· lasverbindingen visueel beoordelen.
· bij onvolkomenheden de lasuitvoering bijsturen.
· bij onderhoudswerken lastechnieken uitvoeren.

1.4 om de basiscompetenties te verwerven worden volgende opleidingsmodules behandeld:
· Module : basiselektriciteit
· Module : elektriciteit en schakeltechnieken
· Module : Storing zoeken in elektrische schakelingen
· Module : Sensoren en speciale sensoren in de automatisering
· Module : motoren
· Module : Frequentieregelaars
· Module : Veiligheidsrelais, veiligheidsschakelaars, lichtgordijnen
· Module : Configureerbare veiligheidsmodule
· Module : Elektropneumatica + vacuumtechnieken
· Module : Hydraulica
· Module : Technisch tekenen en mechanische meettechniek
· Module : Montage – demontage, overbrengingen, lagertechnieken, verbindingen, tandwielen, koppelingen
· Module : PID regelaar, thermokoppel, PT100
· Module : Logische poorten : LOGO
· Module : Siemens S7 PLC basis
· Module : Montage – demontage van tandwielkasten, defecte onderdelen schetsen en tekenen mbv inventor
· Module : Veilig werken aan elektrische installaties voor toekennen bevoegdheid BA4/BA5
· Module : lassen
· Project : Ontwerp van een elektrisch bord in EPLAN P8 en bouw van een elektro-mechanische opstelling

Duur van de opleiding : 100 dagen (750 uur)

PRAKTISCH
Deze opleidingsdag kan enkel ingepland worden in overleg met ANTTEC of LIMTEC medewerker.
 
KOSTPRIJS

MEER INFORMATIE
Tel: 089 69 20 31
info@limtec.be